Toelichting lezing “Krijgsgevangen in Colditz” door: Jaap Kooimans

Na de capitulatie op 15 mei 1940 wordt het Nederlandse leger op bevel van de Duitse bezetter gedemobiliseerd. Ieder onderdeel moest terug naar de eigen kazerne. Dienstplichtigen mochten naar huis. De beroepsmilitairen kregen een “erewoord verklaring” voorgelegd. De tekst hiervan is als volgt: Ik verzeker op erewoord dat ik gedurende deze oorlog, althans zolang Nederland zich met het Duitse Rijk in oorlogstoestand bevindt, aan geen enkel front noch direct noch indirect zal deelnemen aan de strijd tegen Duitsland. Ik zal geen handeling begaan of verzuim plegen, waardoor het Duitse Rijk schade, van welke aard ook, zal kunnen lijden.

Wèl ondertekenen betekende onmiddellijke vrijheid met behoud van soldij (salaris). Niet tekenen betekende krijgsgevangenschap in Duitsland.

Er waren 14.400 officieren. Hoeveel weigerden te tekenen?

De officieren die weigeren te tekenen werden direct in hechtenis genomen en centraal ondergebracht in kamp Soest. Vervolgens werden de 6 generaals verdeeld over verschillende locaties in Duitsland. De overige officieren werden per trein naar het Officiers Lager Oflag 8c in Juliusburg gebracht in west Polen. Ze kwamen in een slecht beveiligd krijgsgevangenenkamp. Er waren talloze ontsnappingen maar omdat deze vaak te spontaan en ongeorganiseerd verliepen waren ze weinig succesvol.
Omdat de Duitsers de vele ontsnappingen meer dan zat waren werden in juli 1941 alle Nederlanders naar Oflag 4c gestuurd, een krijgsgevangenenkamp voor officieren bij het dorp Colditz. Het kamp was zo goed beveiligd dat ontsnappen niet meer mogelijk was. Colditz ligt aan de rivier de Mulde, 40 km ten zuid-oosten van Leipzig. Het regime in Colditz is onder de vlag van de Duitse Wehrmacht en de conventie van Genève werd betrekkelijk goed nageleefd.

In deze lezing schets ik de ontwikkelingen van capitulatie tot bevrijding.